ROEIVERENIGING RIJNLAND
Adegeest I
De Adegeest I (2-) werd gedoopt door Edo Scheyde, één van de tien oprichters van de vereniging en commissaris materiaal van 1968 tot 1969. Al in 1980 werd de boot weer afgevoerd. De naam verwijst naar een boerderij de Hof Adegeest die in de middeleeuwen waarschijnlijk in het bezit was van het geslacht Adegeest. De naam verwijst ook naar de geestgronden waarop Voorschoten is gebouwd. Het geslacht Adegeest is al in 1220 uitgestorven waarna de boerderij in het bezit kwam van de Van Wassenaers. In 1394 werd het een leengoed van de graaf van Holland. Tijdens het beleg van Leiden werd het gebouw beschadigd maar vanaf 1581 werd Adegeest opnieuw als hofstede vermeld. In de loop van de achttiende eeuw werd het een omvangrijk bezit en groeide het uit tot een buitenplaats. Eind negentiende eeuw is het huis weer verbouwd tot boerderij. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw werd op het terrein de woonwijk Adegeest gebouwd. Van het oorspronkelijke park resteert een openbaar park met rosarium.
Clingendael I
Het is niet bekend wie de Clingendael I (2-) heeft gedoopt. In 1999 is de Clingendael II (C4x+) gedoopt. We mogen aannemen dat de eerste Clingendael toen uit de vaart was. De naam verwijst naar het landgoed Clingendael in Wassenaar. In de 16de eeuw stond er een boerderij in de clinge (duinvallei) waar nu Clingendael ligt. In 1591 kocht Philips Doubleth de landerijen. Zijn kleinzoon brak de boerderij af, bouwde er een landhuis en legde onder invloed van de Franse classisistische tuinarchitectuur een tuin in barokstijl aan met veel buxushagen en symmetrische patronen. Het huis werd een centrum van kunst en cultuur. Zijn vrouw Geertruid en zijn schoonvader Constantijn Huygens speelden daarbij een belangrijke rol. In 1804 kwam het landgoed Clingendael in handen van W.J. baron van Brienen van de Groote Lindt. Zijn zoon Arnoud kocht het naastgelegen Landgoed Oosterbeek. David Zocher 12 paste in 1818 de tuinen van beide landgoederen aan de eisen van zijn tijd aan. Vervolgens woonde zijn achterkleindochter, Marguérite baronnesse van Brienen, bijgenaamd Freule Daisy (1871- 1939), tot haar overlijden op Clingendael. Na een bezoek aan Japan liet zij op het landgoed een Japanse tuin aanleggen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Na de oorlog betrok Edgar baron Michiels van Verduynen, een neef van Marguérite het huis. In 1953, een jaar na het overlijden van de baron werden de tuinen en het park van Clingendael-Oosterbeek verkocht aan de gemeente Den Haag en voor het publiek opengesteld. Huys Clingendael werd in 1982 grondig verbouwd. Sindsdien is het bekende Instituut Clingendael gehuisvest.
De Schieland I
De Schieland I was bestemd voor het recreatieroeien. Het is niet bekend wie de boot heeft gedoopt. De boot was met een aankoopbedrag van 700 gulden een koopje. Maar het was een miskoop. De boot was vaak in reparatie en werd soms beschreven als een wrak. We mogen aannemen dat de boot niet langer in de vaart is gebleven dan tot 1976 toen de Rijnland I werd omgedoopt tot Schieland II. Ook deze acht werd genoemd naar een hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap van Schieland is ontstaan in 1273, toen het op 14 mei door Floris V met een privilege werd bekrachtigd. De in 1273 grotendeels al ingedijkte gebiedjes werden door Floris V daarmee samengevoegd en onder één gezag gesteld. De gebieden waren op dat moment nog lang niet geheel ontwaterd en droog. De bescherming tegen het water van buiten was één zaak, maar de zorg voor het afvloeien van het overtollige water van de velden en akkers was een tweede. Het doel van het verleende privilege was om de dijkplicht van de inwoners te controleren en zo nodig af te kunnen dwingen. Deze werd na verkoop van stukken gebied nogal eens verwaarloosd. Het gebied stond rond 1273, bekend als ‘liggende tussen Schie en Gouwe’. Pas later na ontginning kreeg het de aanduiding van ‘land’ en werd het bekend als Schieland. In 2005 is het waterschap Krimpenerwaard met Schieland samengevoegd.
Valk I
De Valk I (W1x) kwam in 1969 in de vloot en werd gedoopt door Frans Klaassen van de jachtwerf Klaassen bij wie de vereniging de grond en het verenigingsgebouw huurde. De boot werd in 1988 verkocht aan de RV Scaldis in Goes. 13 De naam verwijst naar de stellingmolen De Valk aan de Lammermarkt in Leiden. Ooit stonden er negentien windmolens op de wallen van Leiden. Daarvan is alleen De Valk nog over. De huidige stenen stellingmolen heeft twee voorgangers gehad. In 1611 werd op het Valkenburger bolwerk de standerdmolen De Valck gebouwd, die in 1667 plaats moest maken voor een houten stellingmolen. In 1743 werd een hogere stenen stellingmolen gebouwd. De Valk was oorspronkelijk uitgerust met zes koppels stenen. In de molen bevonden zich twee woningen, aanvankelijk voor beide eigenaren, naderhand voor de molenaar en zijn knecht. Stichter in 1743 was Adrianus van Deventer en zijn zoon Pieter plaatste de eerste steen. Sinds 2 juni 1966 is de molen in gebruik als gemeentelijk molenmuseum en sinds 2000 is De Valk weer maalvaardig.
Goudvis en Rijnvis
De vloot werd in 1969 uitgebreid met twee jeugdboten (j1x) de Goudvis en de Rijnvis. Deze boten waren KNRB-boten en al gedoopt door respectievelijk André Wegener Sleeswijk en Marius van der Flier. André Wegener Sleeswijk nam in een acht deel aan de Olympische Spelen in München in 1972. Het is niet bekend wanneer de boten uit de vaart zijn genomen. De namen van de boten verwijzen naar vissen. De oorspronkelijke goudvis had een goudachtige kleur terwijl de huidige egaal oranje tot rood van kleur is. Hij heeft metaalglanzende schubben en een enkele staart- en aarsvin. De goudvis is familie van de karper en komt oorspronkelijk uit Azië waar hij al 4000 jaar geleden als siervis werd gekweekt. In de achttiende eeuw werd de vis voor het eerst in vijvers in Nederland gekweekt. Goudvissen worden ook weleens gedumpt in natuurgebieden. Dit is niet in het belang van de natuur en ook niet in het belang van de goudvis. De goudvis is een alleseter, hij eet zowel dierlijk voedsel als plantaardig. De Rijnvis lijkt een fantasienaam die verwijst naar vissen die leven in de grote rivieren zoals de Rijn.
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS @rvrijnland.nl
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS @rvrijnland.nl